FOTOREPORTAGE Luizen en overlast in de openbare ruimte |
|
|
|
 |
| 111 sec |
De aanwezigheid van bladluizen kan een behoorlijke overlast geven in de openbare ruimte. Het gaat hierbij niet zozeer om de luizen zelf, maar wel om honing- en roetdauw.
Honingdauw is een plakkerige, suikerachtige substantie die door bladluizen wordt uitgescheiden. Straatmeubilair, auto’s, fietsen, monumenten etc. komen “onder de plak” te zitten. Op deze honingdauw groeit een schimmel, roetdauw. Deze schimmel zorgt er voor dat alles zwart wordt. Het gevolg is veel klagende burgers die willen dat de gemeente de overlast aanpakt. Waar in het verleden volwassen kevers werden gebruikt, worden al sinds 2003 juist de larven van het lieveheersbeestje Adalia bipunctata toegepast. Het grote voordeel is dat de larven veel vraatzuchtiger zijn dan de adulten (volwassen kevers) en niet weg kunnen vliegen bij vermindering van het voedselaanbod. Adalia bipunctata, de Latijnse naam voor het tweestippelig lieveheersbeestje is een inheemse soort, deze komt dus van nature voor in Nederland, die speciaal wordt gekweekt om uit te zetten in het openbaar groen.
Vos Capelle levert Adalia die speciaal door Koppert Biological Systems voor hen worden gekweekt. De eieren worden in een klimaat gecontroleerde omgeving ‘uitgebroed’ en vervolgens met de juiste voeding en temperatuur opgekweekt tot het leverbare larve stadium. Vervolgens worden de larven verpakt in ongebleekte (100% biologisch afbreekbare) linnen zakjes. Hieraan worden boekweit doppen toegevoegd zodat de larven ruimte hebben om te bewegen en tijdens transport en tijdens uitzet handelingen geen schade oplopen. Daarnaast worden de larven van voedsel voorzien, zodat ze tijdens het transport voldoende te eten hebben waardoor de kwaliteit van de larven gewaarborgd blijft.
Op het afgesproken tijdstip worden de zakjes met daarin 100 of 250 larven onder geconditioneerde omstandigheden afgeleverd. Levering door Koppert bij Vos Capelle geschiedt dagelijks rond 8.00 uur en Vos Capelle levert de Adalia vóór de middag bij de klanten af. Na aankomst zijn de larven nog enkele dagen in de gekoelde verpakkingen te bewaren. Dit geeft ruimte om de logistiek strak te kunnen plannen en de larven efficiënt te kunnen verwerken.
De ongebleekte linnen zakjes kunnen na het openen eenvoudig, zonder extra handelingen in de boom worden gehangen door middel van een nietje, spijker of punaise. Hoe eenvoudiger het is om de larven in de boom te krijgen hoe sneller de klus wordt geklaard, dus hoe goedkoper… Ook de overlast voor omwonenden tijdens het inzetten van de zakjes wordt zo tot een minimum beperkt.
In de Nederlandse markt zijn een aantal aanbieders actief welke Adalia leveren. Het grote verschil zit hem in de verpakking waarmee de larven worden geleverd. Er worden plastic en kartonnen bakjes aangeboden, al dan niet met bescherming en voeding voor de larven. De larven uit deze bakjes moeten worden overgeheveld in een zakje of kartonnen box om in de boom op te hangen wat zorgt voor extra handelingen en dus extra kosten. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van papieren zakjes, welke nat worden en af kunnen scheuren. Linnen zakjes hebben de voorkeur en zijn ook volledig biologisch afbreekbaar. Daarnaast zullen kauwen en duiven deze zakjes met rust laten in tegenstelling tot wanneer papieren zakjes of kartonnen doosjes gebruikt worden.
De inzet van Adalia larven kan het beste vroeg in het seizoen gebeuren, nog voor er overlast is van honing- of roetdauw. Door een vroege inzet is de populatie van de luizen beter beheersbaar en valt de overlast in de rest van het seizoen mee.
Ook van nature komen er lieveheersbeestjes voor. Op de foto een Aziatische variant, de Harmonia axyridis. Deze veelvraat is het laatste decennium vanuit het oosten West Europa binnengekomen en bedreigd de inheemse populatie vanwege het sterk kannibalistische gedrag.
De larven worden onmiddellijk actief en gaan direct op zoek naar (blad)luizen. De lichte bolletjes op het blad zijn jonge lindeluizen, Eucallipterus tiliae.
Edward Verhoeve(rechts) en Bram Den Hollander inspecteren de lindebomen op natuurlijke vijanden en de populatie luizen. In het hart van de bomen is al wat honingdauw aanwezig, de hoogste tijd dus om extra larven in te gaan zetten.
De zakjes met daarin elk 100 larven worden open gemaakt en in de boom gehangen. “We hangen op deze locatie al meerdere jaren zakjes met larven van Adalia bipunctata in de bomen. We zien ook een afname van de overlast over de jaren heen. Je kunt dus wel stellen dat jaarlijks inzetten helpt de overlast te reduceren” aldus Edward Verhoeve.
Aan de Prins Hendrikstraat in Zevenbergen staat de hoogwerker van Gemeente Moerdijk klaar om zakjes met larven in de lindebomen te hangen.
Tijdens de uitleg door Dirk de Jong van aan de bomenploeg van gemeente Moerdijk komt een nieuwsgierige passant even kijken naar de lieveheersbeestjes. Ed Verhoeve geeft met zijn handen aan hoe groot de larven kunnen worden…
Na de kwaliteitscontrole worden de zakjes geteld en per gemeente of aannemer verpakt in tempex dozen. De dozen zijn voorzien van koelelementen om de kwaliteit van de larven te kunnen waarborgen.
Laven van het twee-stippelig lieveheersbeestje, Adalia bipunctata, op het blad van een lindeboom.
De larven komen langzaam op temperatuur en komen tussen de boekweit doppen uit. Boekweit wordt als drager materiaal gebruikt om er voor te zorgen dat de larven voldoende ruimte en beschutting hebben tijdens het transport.
Iedere partij larven die bij VosCapelle binnenkomt wordt visueel beoordeeld op kwaliteit. Dirk de Jong, adviseur openbaar groen en productspecialist voor lieveheersbeestjes, let hierbij vooral op de activiteit/vitaliteit van de larven; het aantal larven en de afmeting van de larven. Als de kwaliteit een onvoldoende scoort op een van deze punten worden de larven niet uitgeleverd.
Zodra de dozen met daarin de zakjes worden opengemaakt is er een eerste snelle visuele inspectie. Je ziet de larven direct actief worden en al op zoek gaan naar bladluizen.
|
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
|
 |
|
Alex Bast
maandag 11 augustus 2014 |
|
Lieve heersbeestjes
4 jaar hebben wij in de lindes lieveheersbeestjes gebruikt. Maar helaas de laatste drie jaar niet meer en zijn wij weer overgegaan op een bespuiting. Lieveheersbeestjes werk niet of nauwelijks. Zeker in de warme zomers die wij nu tegenwoordig kennen. Wij hebben alles volgens voorschrift uitgevoerd. Daarnaast een goede voorlichting gegeven. Vroeger hebben wij de bomen geinjecteerd met acefaat dat werkte goed. We hebben zelfs een zomer gehad dat bijna elke soort boom van Eik tot Els onder de zwarte schimmel zat, niet alleen de Lindes. Momenteel is een knoflookextract injecteerbaar. Maar knoflook extract injecteren is voor ons te kostbaar. |
|
|
Tip de redactie
|